Oppervlakteonderzoek

De onjuiste, door Van Bekkum aanvaarde datering van de Uittocht, berust overigens niet alleen op de opgravingsgegevens van Jericho en Ai. Ook andere argumenten spelen een rol. Een daarvan is het onderzoek naar nederzettingspatronen in de zuidelijke Levant tijdens de vroege IJzertijd. Dit onderzoek heeft aan het licht gebracht dat tussen 1200 en 1000 v. Chr. een massale groei van nederzettingen heeft plaatsgevonden in het centrale bergland van Efraïm en Manasse, in het Overjordaanse en in het centrale gedeelte van hoog-Galilea. In verschillende fasen zouden deze nederzettingen zich hebben uitgebreid in de richting van Judea en het Berseba-bekken. Ook in West-Galilea zou zo’n ontwikkeling in de 12e eeuw waar te nemen zijn. In oostelijk laag-Galilea daarentegen zou deze ontwikkeling zich pas aan het begin van de 10e eeuw hebben voorgedaan. Van Bekkum is van mening dat deze plotselinge uitbreiding van het aantal dorpen in verband moet worden gebracht met de Intocht van Israël in het Beloofde Land. Die moet dus ergens tussen 1300 en 1200 v. Chr. hebben plaatsgevonden. Een eerdere, niet-sedentaire (met vaste woonplaatsen) aanwezigheid van het volk houdt hij niet voor mogelijk. Het bergland zou het niet toestaan dat zoveel mensen zich op nomadische wijze in het leven hebben gehouden. ….

Lees het hele artikelen op www.eeninwaarheid.nl